De Lydische toetssteen
De Lydische toetssteen is een fijn gepolijste zwarte Lydiet welke bewezen heeft het beste materiaal te zijn omdat het alle benodigde karakteristieken in zich heeft voor een goede toetssteen. De toetssteen moet egaal mat zwart zijn, met een gelijkmatige, niet-poreuze structuur en moet harder zijn dan de metalen die er op worden getest, want er mogen bij het zetten van een toetsstreek met een harde legering geen krassen op de toetssteen ontstaan. De toetssteen moet bestand zijn tegen zuren, de toetssteen mag hierdoor niet slechter van kwaliteit worden. Ondanks vele jaren van onderzoek is er nog steeds geen kunstmatig materiaal ontwikkeld met deze specifieke eigenschappen.
Onze Lydische toetsstenen zijn in verschillende maten, en dus ook in gewicht, dit omdat alleen het beste gedeelte van de oorspronkelijke ruwe steen te gebruiken is. De stenen worden na het zagen aan een langdurig slijp proces onderworpen. Na het slijpen wordt de steen nog een keer grondig onderzocht op onvolkomenheden zodat uiteindelijk elke steen dezelfde kwaliteit heeft.
Naar de WEBSHOP
De sterkste uit geconcentreerde zuren bestaande toetswaters mogen, ook bij langdurige inwerking op de steen, geen vlekken achterlaten of zelfs maar een oplossen van de steen veroorzaken. Een goede toetssteen dient ook gevoelig te zijn. Dat wil zeggen; geringe verschillen in edelmetaalgehalte moeten met de gebruikte toetszuren, bij zorgvuldige behandeling, ook nog goed en duidelijk te zien zijn. De beste vorm voor een toetssteen is een vlak geslepen, rechthoekige of ronde platte steen die aan beide kanten bruikbaar is. Bij een gebogen oppervlak verdeelt het op de toetsstreek aangebrachte toetswater zich onregelmatig over de toetsstreek of loopt er zelfs vanaf. Het oppervlak van de steen hoeft slechts mat geslepen te worden en hoeft niet gepolijst te zijn omdat anders de toetsstreek niet op de steen hecht. Als de steen intensief gebruikt wordt is het beter een niet te kleine steen te gebruiken, anders moet die te vaak schoongemaakt worden. Goede Lydische toetsstenen zijn zeldzaam en kostbaar, maar ze zijn voor toetsproeven die een nauwkeurig resultaat behoeven van het grootste belang, zelfs een noodzakelijke voorwaarde. Een goede toets vereist een compacte toetsstreek, waarbij er een egale goud-, of zilverlaag op de steen achterblijft. De steen moet goed bestand zijn tegen zuren en mag daardoor niet slechter van kwaliteit worden. De kwaliteit van de natuurlijke Lydische steen is juist dat die makkelijk schoon te maken is en dat, mits goed onderhouden, zijn eigenschappen ook bij intensief gebruik niet verloren gaan.
De synthetische of imitatie toetssteen
De tegenwoordig bij een toetsset geleverde zwarte, synthetische of imitatie toetsstenen bezitten over het algemeen de eigenschappen van natuurlijke stenen van slechts middelmatige kwaliteit en kennen een aantal nadelen. Ze zijn weliswaar voordelig in aanschaf en bruikbaar, maar zijn voor het nauwkeurige toetsonderzoek minder geschikt. Het verschil met Lydiet is de levensduur en de nauwkeurigheid van de toetssteen. Na een aantal keren schoonmaken wordt de nauwkeurigheid van de toets minder doordat synthetische toetsstenen “vollopen” met edelmetaal, ze zijn dan moeilijk goed schoon te krijgen. Hierdoor ontstaan er toetsstreken van bijvoorbeeld goud op goud waardoor de toets niet meer nauwkeurig is. Daar komt bij dat het zetten van een goede, compacte toetsstreek op een synthetische toetssteen, zeker na verloop van tijd, lastig is.
Het onderhoud van de toetssteen
Het is noodzakelijk om een kostbare toetssteen goed te behandelen, zowel voor het behoud van de toetssteen als voor de kwaliteit van het onderzoek. Een toetssteen dient vóór gebruik als volgt behandeld te worden; maak de toetssteen stofvrij, breng op de toetssteen een paar druppels van een zuivere olie aan, bijvoorbeeld paraffineolie, wrijf de olie met de vlakke hand over de gehele steen uit en verwijder de olie vervolgens met een katoenen lap of keukenpapier zodanig dat een gelijkmatige zwak matte huid het oppervlak van de toetssteen bedekt. Niet geoliede stenen nemen erg moeilijk en zelfs slecht de streken van de edelmetaallegeringen aan. Daarbij komt nog dat het opgebrachte materiaal, ook door de zeer sterke druk die gebruikt moet worden, er bij niet geoliede toetsstenen gemakkelijker als bij geoliede toetsstenen afgestreken wordt. Om bij het uitvoeren van toetsproeven de werktafel te beschermen en de toetsstenen een vaste plaats te geven, kan men onder de steen een plankje leggen waarin een uitsparing in de vorm van de steen is aangebracht.
Een geheel met toetsstreken bedekte toetssteen dient te worden schoongemaakt. Het gebruik van schuur- of slijpmiddelen is funest voor het behoud van de toetssteen! Voor schoonmaak instructies zie menu "Toetssteen schoonmaken".
De geschiedenis:
De toetssteen was de eerste keuringsmethode voor het toetsen van goud en werd al gebruikt voor 500 voor Christus. De oudste toetsstenen, lange repen lei, zijn gevonden in uitgravingen in de historische stad Taxila in Pakistan met nog steeds de goud strepen op de oppervlakte. Toetsstenen worden nog steeds wereldwijd gebruikt, in het bijzonder op de bazaars in India, juweliers en in de assay offices over de hele wereld.
De toetsmethode is al vele eeuwen oud. In de jaren 1975-1982 werden er in Choisy-au-Bac, dat ten noorden van Parijs vlak bij Compiègne ligt, bij opgravingen onder meer toetsstenen gevonden met sporen van toetsstreken. Ze dateren volgens archeologen uit de late Bronstijd; eind 8e eeuw vóór Christus. Ook in de historische stad Taxila in Pakistan werden bij opgravingen heel oude toetsstenen, in de vorm van lange repen lei, gevonden waarop nog steeds toetsstreken zichtbaar waren.
Rond 540 vóór Christus verwerkte de Griek Theognis de steen die goud toetst op een overdrachtelijke manier in levensregels en zinspreuken in zijn geschriften. De Griekse filosoof Theophastus uit Ereus schreef 225 jaar vóór Christus een interessante uiteenzetting over de toetssteen. Omstreeks 23 tot 79 na Christus beschreef de Romein Plinius de oudere het toetsen in zijn Historia naturalis, hij noemde de toetssteen een heraclische of lydische steen, waarop men het goudgehalte tot op een scrupuul, ongeveer 3,47 duizendste, kon bepalen. Ook in het oude Indië en Egypte blijkt de toetssteen al vroeg bekend te zijn geweest om daarmee vervalsingen te kunnen ontmaskeren. Hoe er in de oudheid precies werd getoetst is niet geheel zeker. Men veronderstelt dat er alleen op kleurvergelijking werd getoetst, al is het ook mogelijk dat men over zuren van organische oorsprong beschikte. De toetssteenmethode is daarmee de oudste manier om het gehalte aan zuiver edelmetaal in edelmetaallegeringen te bepalen.